Hoofdsponsor

Triple of compact?

Shimano en Campagnolo bepalen met welke versnellingen wij fietsen. En niet alleen wij; zij bepalen ook met welke versnellingen de profs rijden. Of is het zo dat de profs bepalen welke versnellingen zij willen hebben, en moeten wij het daar dan ook mee doen? Dat laatste is lang het geval geweest. Vooraan de bladen 52 en 42, achteraan 13/18, of 14/24 voor in de bergen. Dat waren en zijn prima verhoudingen, voor profs.

Maar profs zijn sterker dan normale stervelingen. Of beter gezegd: zij kunnen meer vermogen leveren. Je kunt er gerust van uitgaan dat hun trapvermogen het dubbele is van de doorsnee fietser. En dan bedoelen we al enigszins geoefende fietsers. In vergelijking met iemand die op zondagmiddag wel eens een ommetje rijdt is het vermogen van de prof wel vier keer zo groot.

Logisch dus dat gewone fietsers lichtere versnellingen moeten rijden. Maar hoeveel lichter? Die vraag is tamelijk gemakkelijk te beantwoorden als het om een bergversnelling gaat. Als de weg omhoog loopt is het benodigde trapvermogen namelijk al gauw evenredig met de snelheid. Op een helling van 6 % (een veel voorkomende steilte in de bergen) is 90 % van je inspanning nodig om omhoog te komen; rolweerstand van de banden en luchtweerstand is dan nog maar 10 %. Omdat elke fietser (prof, toerist, cyclosportieve) min of meer hetzelfde beentempo aanhoudt (dient aan te houden!) betekent dat simpelweg dat je versnelling net zoveel lichter dient te zijn als je vermogen minder is. Traptempo en versnelling bepalen immers je snelheid, en de snelheid bepaalt het te leveren trapvermogen. Je bent maar half zo sterk als Armstrong? Dan zal je snelheid op l’Alpe d’Huez ook maar de helft zijn, en je eindtijd het dubbele. Bij hetzelfde verzet draai je dan dus ook maar de helft van het beentempo. Armstrong rijdt iets van 80 beenomwentelingen, bij hetzelfde verzet zou jij dus slechts 40 toeren halen. Dat is verre van optimaal en moordend voor je knieën. De oplossing is simpel: tweemaal zo lichte versnelling. Armstrong rijdt 39/21 of 39/22.. Jij moet dus 39/42 of 39/44 rijden. Helaas, helaas, die versnelling bestaat niet. Campagnolo houdt het op de cassette bij maximaal 26 tandjes, en Shimano stopt bij 27. Althans op de race-cassettes. Wel zijn er van het Italiaanse merk Miche 28 tands kransen te koop die op Campagnolo en Shimano naven passen. Moet je dus ook gaan trainen als een prof of andere ongezonde dingen gaan doen om toch met een normaal traptempo een stevige helling op te fietsen? Nou, wat meer trainen zal zeker helpen, maar slimmer is de montage van een triple trapstel. In plaats van de standaard 52(53)/39 voor neem je 52/42/30 (zowel Shimano als Campagnolo leveren dat). En achteraan zet je een cassette die tot 26 gaat; 30/26 is weliswaar nog steeds zwaarder dan 39/42 maar het komt in de buurt. Zie onderstaande tabel. Bovendien is het zo dat je in de praktijk toch niet gauw het hoge traptempo van Armstrong zult kunnen evenaren. Bij Shimano kun je eventueel de standaard cassette aanpassen met de al genoemde Megarange kransen. Je moet bij dit alles wel bedenken dat je de bijbehorende lange-arm achterderailleur moet monteren, en bij een triple trapstel hoort ook een triple voorderailleur. Een forse investering. Maar op termijn zijn EPO en creatine duurder….

Zowel Shimano als Campagnolo leveren een serie passende cassettes. Het heeft niet veel zin om van de standaard verhoudingen af te wijken. De combinatie 52/42/30 met 13/14/15/16/17/19/21/23/26 van Campagnolo is moeilijk verder te optimaliseren. Shimano’s 52-42-30 in combinatie met 12/25 of 13/25 en zelfs 12/27 doet het zeker niet minder, De Dura-ace triple van Shimano 53/39/30 lijkt wel te verbeteren. Een 42 of zelfs 44 middenblad is voor de meeste fietsers beter passend, vooral in ons vlakke land. Echter dit is van Dura-ace triple (nog?) niet te koop.

Vakantiefietsers die met bepakking rijden moeten eigenlijk nog veel lagere versnellingen hebben dan met de race-combinaties mogelijk is. Hier brengen de Shimano mtb-groepen uitkomst; een triple trapstel met 44/32/22 in combinatie met 12/27 achter maakt het mogelijk om met een redelijk traptempo een lange steile helling te beklimmen. Het gaat weliswaar niet hard, maar fietsen is ook op loopsnelheid efficiënter dan wandelen!

Enige veel gebruikte versnellingen in de bergen:
Voorbeelden met normale 700 x 23 c banden:

Duo wegcrankstel, kleinste blad:

39 x 21 = 397 cm per   pedaalomwenteling
39 x 23 = 362
39 x 25 = 333
39 x 26 = 320
39 x 28 = 297

 

Triple wegcrankset, kleinste blad:

30 x 16 = 400 cm per   pedaalomwenteling
30 x 19 = 337
30 x 21 = 305
30 x 23 = 279
30 x 25 = 256
30 x 26 = 246
30 x 27 = 237
30 x 28 = 229

Terug naar Top ↑
  • Hoofdsponsor:

    Hoofdsponsor
  • Websponsor:

    Websponsor
  • Overige Sponsoren:

    Steven Koelewijn
  • Eresponsor

    VEBO

(function(i,s,o,g,r,a,m){i['GoogleAnalyticsObject']=r;i[r]=i[r]||function(){ (i[r].q=i[r].q||[]).push(arguments)},i[r].l=1*new Date();a=s.createElement(o), m=s.getElementsByTagName(o)[0];a.async=1;a.src=g;m.parentNode.insertBefore(a,m) })(window,document,'script','//www.google-analytics.com/analytics.js','ga'); ga('create', 'UA-52600322-1', 'auto'); ga('send', 'pageview');